oefenen 3

41. Wat is het voordeel van een gestandaardiseerde psychologische test?  
A. Men ondervangt het probleem van de sociale wenselijkheid
B. Men heeft oog voor de verschillen tussen de mensen
C. Ze zijn gemakkelijker te interpreteren dan de antwoorden op vragenlijsten
D. Men heeft een beeld van de scores die verwacht kunnen worden
42. Welke factor in een aidspreventiecampagne heeft volgens het onderzoek van Sheeran et al. (1999) WEL effect op het condoomgebruik?
A. Instructies over waar je een condoom kunt kopen
B. Het aantal seksuele partners
C. De leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap
D. De impulsiviteit van de persoon
43. Van welke vragenlijst wordt veel gebruik gemaakt in de A&G-psychologie?
A. De Nederlandse Vragenlijst voor Eetgedrag
B. De Nederlands Vragenlijst over de Levenskwaliteit

C. De Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA)
D. De Social Readjustment Rating Scale
44. Wie is een belangrijke grondlegger van de positieve psychologie?
A. Lazarus
B. Seligman
C. Selye
D. Wolpe
45. Welke stressfactor of stressfactoren worden gemeten met de oorspronkelijke Social Readjustment Rating Scale?
A. Belangrijke levensveranderingen
B. Dagelijkse irritaties
C. Belangrijke levensveranderingen en de perceptie van de persoon
D. Dagelijkse irritaties en belangrijke levensveranderingen
46. Bij stress zal de hypothalamus de hypofyse stimuleren om ACTH (adrenocorticotropicadrenocorticotrope hormoon) in de bloedbaan los te laten. Wat is de function hiervan?
A. Stimuleren van bet bijniermerg en het afscheiden van meer glucose
B. Ervoor zorgen dat bet adrenalineniveau in het bleed wordt verhoogd ten behoeve van extra energie
C. Ervoor zorgen dat er meer corticosteroiden in het bloed zijn en op langere termijn de homeostase handhaven
D. Activeren van bet sympathische zenuwstelsel om een onmiddellijke ‘fight-or- flight’ response te stellen
47. Welke twee kenmerken maken de kern uit van een type-D persoonlijkheid?
A. Negatieve gevoelens en sociale inhibitie
B. Competitief en agressief
C. Kalm en ontspannen
D. Competitief en sociaal inhibitie
48. Waarom is het onderzoek van McKeown (1973) over het aantal doden ten gevolge van tuberculose belangrijk geweest bij de overgang van het biomedische naar bet holistische ziektemodel?
A. Omdat hij aantoonde hoe sterk het effect van de ontdekking van penicilline door Alexander Fleming geweest is
B. Omdat hij aantoonde dat er een constante daling van het aantal doden was tussen 1840 en 1950 door een verbetering in de leefomstandigheden
C. Omdat hij aantoonde dat tuberculose een welvaartsziekte is, die door sociale factoren beinvloed wordt
D. Omdat hij aantoonde dat de perceptie van de patient een invloed heeft op het verloop van de ziekte
49. Welke uitspraak is NIET waar?
A. De levensverwachting van mannen light hoger dan die van vrouwen
B. Hoogopgeleiden leven langer dan laagopgeleiden
C. Vrouwen hebben meer jaren dan mannen waarin ze hun gezondheid slecht ervaren als
D. Een kettingroker heeft gemiddeld 10 jaar minder lang te leven dan iemand die op 30 jaar gestopt is met roken
50. De Wit et al. (1997) stelden vast dat niet alleen de feitenkennis bij studenten een rol speelde bij het al dan niet gebruiken van een condoom maar ook  _____.
A. De leeftijd bij de eerste geslachtsgemeenschap
B. De socio-economische status van de student
C. De mate van seksuele opwinding bij de student
D. De gevoelens over condoomgebruik
51. Welke uitspraak is NIET waar?
A. Mensen met een chronische aandoening ervaren altijd een lager subjectief welzijn dan mensen zonder een dergelijke aandoening
B. Er bestaat een duidelijke genetische component in hoe goed mensen zich in hun vel voelen
C. Volgens de visie van het aangeleerde optimisme kunnen mensen leren om op een optimistische manier met gebeurtenissen om te gaan
D. Mensen die hun situatie minder vaak vergelijken met die van anderen, noemen zichzelf doorgaans gelukkiger dan mensen die dit wel doen

Yorumlar

Bu blogdaki popüler yayınlar

oefenen 2

oefenen 1